De sing-ins afgelopen vrijdag en zaterdag waren beide mooie avonden. Naast dat het mooi was om met elkaar God groot te maken, hebben we ook kunnen delen wat we in Philadelphia gaan doen. Ik heb het verhaal kunnen vertellen van een van de kinderen die afgelopen jaar naar het kamp kwam en omdat het heel duidelijk maakt waarom het kamp zo belangrijk is, zal ik het ook hier nog een keer vertellen.
Tijdens mijn verblijf in Philadelphia afgelopen zomer logeerde ik bij 3 meiden van de Grace and Peace Community Church. De eerste nacht, toen ik na een lange dag reizen van West Virginia naar Philadelphia eindelijk een bed toegewezen kreeg bij een van hen op de kamer was ik maar wat blij dat ik eindelijk mijn hoofd op een kussen kon leggen. Maar ik had mijn ogen nog maar net goed en wel dicht toen ik weer wakker werd gemaakt. Of ik het heel erg zou vinden om in een andere kamer te gaan slapen. Een meisje dat wel vaker bij hen kwam logeren was net door haar moeder bij hen gebracht. Ze waren uit hun huis gezet en ze kon zo laat op de avond nergens anders heen. Zo heb ik kennis gemaakt met Sarah*. Sarah woonde bij haar moeder, omdat haar ouders zijn gescheiden. Haar vader zat in een daklozen opvang, dus kon hij niet voor haar zorgen. Haar moeder was net uit huis gezet, omdat het geld voor de huur opgegaan was aan drank. Een paar dagen later heeft haar moeder haar weer opgehaald en meegenomen naar een tante waar ze tijdelijk konden blijven. Deze tante had het zelf ook niet breed en had haar eigen kinderen om zich om te bekommeren. Sarah voelde zich er niet welkom. Overdag kwam ze naar het kamp waar ze wel liefde en aandacht kreeg en zich gewoon bezig kon houden met spelletjes en liedjes. Het mooie aan Sarah was dat ze ondanks al deze problemen een gewoon, vrolijk meisje bleef. Ze vond het leuk mij de liedjes die ze op het kamp had geleerd te laten horen en in de raarste posities te poseren voor de foto. Ze heeft me foto's laten zien van zichzelf, maar ook van haar oudere broer, die een tijd daarvoor was gestorven. Hij was betrokken geraakt bij een criminele bende en was neergeschoten. Zo jong en al zoveel meegemaakt.
Elke keer als ik al het geregel dat het project met zich meebrengt een beetje zat ben, probeer ik te denken aan Sarah. Voor haar en voor zoveel andere kinderen betekent het zoveel dat er mensen zijn die zich voor hen in willen zetten omdat ze om hen geven. En wat nog belangrijker is, dat er ook een God is die van hen houdt; voor wie ook zij waardevol zijn. Dan zijn de regeldingetjes opeens niet zo heel erg meer en weet ik weer waar we het voor doen! Ik hoorde laatst dat de kinderen daar al beginnen te vragen naar het kamp. Ze kijken er nu al naar uit. En wij natuurlijk ook! Nog 89 dagen...
* Dit is niet haar echte naam, maar die zet ik liever niet zo openbaar online. De rest van het verhaal is wel echt gebeurd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten